In 2019 hebben 19 burgers maandelijks stikstofdioxide gemeten in hun achtertuin met Palmes buisjes. Zo kreeg het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) er metingen bij op meer afgelegen plekken en aan de randen van Nederland, waar weinig officiële metingen worden gedaan. Dit geeft een beter beeld van de luchtkwaliteit in dit soort achtergrondgebieden. Dat is heel waardevol én het helpt bij het begrijpen van hogere stikstofdioxide-waarden in gebieden met bijvoorbeeld veel verkeer. Verkeer is namelijk een belangrijke bron van stikstofdioxide. De metingen zijn daarnaast van belang als hulpmiddel voor het kalibreren van modelberekeningen, om deze nog nauwkeuriger te maken.

Uit de metingen kwam naar voren dat de laagste achtergrondwaarden in het noorden van het land te vinden zijn. Dit komt overeen met de modelberekeningen. Deze waarden liggen ver onder de wettelijke grenswaarde van stikstofdioxide. In de andere onderzochte gebieden zijn de gemeten achtergrondwaarden hoger dan in het noorden. Ook deze waarden liggen ruim onder de norm.