In de regio Rotterdam meten burgers bij wijze van pilot de luchtkwaliteit. In het project werken overheden, bedrijfsleven en burgers samen. Sinds april meten 15 burgers zelf de luchtkwaliteit gedurende een proefperiode. Annemarie Piscaer is één van deze burgers en zij deelt haar ervaringen via de nieuwsbrief Samen Meten.

Annemarie is aangesloten bij het Stadslab luchtkwaliteit, deze Rotterdamse groep betrokken bewoners, ondernemers en ontwerpers zetten zich in voor een schonere lucht in de Maasstad. Een stadslab is een recent fenomeen waarbij burgers door inclusieve samenwerkingen complexe stedelijke vraagstukken lokaal (in de stad) aan gaan. Doordat burgers hun eigen expertise inzetten ontstaat er een kruisbestuiving van kennis en inzichten. Het meedoen met het project Citizen Science is daarom ook belangrijk, omdat we het complexe onderwerp luchtkwaliteit alleen maar samen aan kunnen pakken.

Door het zelf meten wil Annemarie luchtkwaliteit inzichtelijk maken: "Boven onze stad zweven veel mensonvriendelijke stoffen rond, iedereen ademt. Dus iedereen heeft er (ongemerkt) last van." Door zelf te meten probeert Annemarie grip te krijgen op de materie in de lucht. "Toch is luchtkwaliteit in de realiteit een complex onderwerp, want de gevolgen van luchtverontreiniging voor onze gezondheid zijn moeilijk te meten. Daarnaast is luchtverontreiniging lastig te begrijpen doordat je het niet kan aanraken en het onzichtbaar is. Citizen Science maakt het onderwerp toegankelijk."

 

Het experiment is voor Annemarie geslaagd als partijen goed met elkaar samenwerken. "Het gaat niet alleen om de data, het is voor mij belangrijk dat we elkaar kunnen vinden. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) wil iets met de data en de bewoners ook, maar we hebben niet altijd hetzelfde doel. Ik vind het maatschappelijk relevant om deze data te verzamelen. Citizen Science is interessant, het brengt de wetenschap weer terug naar de burgers. Uiteindelijk gaat het om vertrouwen en begrip voor elkaar."

Niet heel technisch
Volgens Annemarie hoef je niet heel technisch te zijn om de sensor te bedienen. “De sensor was eenvoudig op te hangen. Er zijn wat randvoorwaarden, zo is het beter als de sensor beschut hangt en niet in de volle zon, regen of wind. Dit lukte prima in mijn kleine tuin, de sensor hangt onder een balkon. Andere deelnemers van de werkgroep hadden moeite met het aansluiten van de sensor op internet, maar ook dit lukte mij snel. Het is wel jammer dat de sensor niet zichtbaar is vanaf de straat. Het is juist leuk om erover in gesprek te gaan met mijn buren."

Annemarie vergelijkt haar eigen grafieken met die van het luchtmeetnet. Haar meetresultaten wijken af, dat is ook van tevoren verteld, maar de trend is hetzelfde. Annemarie ziet dezelfde pieken en dalen in de grafiek van haar sensor. Ze had veel meer plaatselijke afwijkingen verwacht. "Zo zijn ze achter mijn huis aan het slopen en bouwen, maar ik zie geen veranderingen in fijnstof op bouwuren, of in het weekend."

"Zo’n sensor produceert een lijntje in een grafiek. Maar wat dat betekent? Wat zegt een waarde? Is het veel, is het weinig, wat is de oorzaak van een dal of piekje?" Het analyseren van de data is niet eenvoudig, er mag wel duiding bij voordat het systeem leuk is voor het grotere publiek.

Haar eigen betrokkenheid bij dit onderwerp is er vooral een van een sociaal bewogen burger. Ze zet haar kennis in als circulair ontwerper, zo maakt ze bijvoorbeeld luchtkwaliteit zichtbaar. En ontwerpt ze samen met Iris de Kievith een servies dat geglazuurd is met Rotterdams fijnstof: “Ook dit helpt om het bewustzijn te vergroten."

Meer lezen: https://www.samenmetenaanluchtkwaliteit.nl/burgermetingen-de-regio-rotterdam