Symposium Samen Meten - sensordata voor de leefomgeving

Tijdens het tweede symposium Samen Meten - sensordata voor de leefomgeving - deelden overheden en burgers opnieuw hun ervaringen met het (zelf) meten van het milieu. Dagvoorzitter Gert-Jan de Maagd nam de massaal opgekomen deelnemers enthousiast mee door een middag die liet zien dat er sinds de editie van vorig jaar december mooie stappen gemaakt zijn. Waar het symposium toen alleen over luchtkwaliteit ging, is de thematiek nu verbreed naar de kwaliteit van de gehele leefomgeving. Of het nu in de stad, bij de industrie of op het platteland is. In speciale innovatielabs, smart city projecten of als buurtinitiatief. Er wordt steeds meer gemeten met goedkope sensoren.

 

Els van Schie, directeur Milieu en Veiligheid RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), roemde in haar openingswoorden de geweldige opkomst, van zowel professionals als burgers. We doen iets wat leeft, waar we met elkaar inspiratie voor vinden. In de context van de brede maatschappelijke ontwikkelingen willen we als RIVM in contact blijven met burgers. RIVM ziet voor zichzelf vooral een rol als referentie-instituut en bij het duiden van meetresultaten. Precies wat burgers en lokale overheden ook van het RIVM vragen.

 

Joris Geurts van Kessel, manager leefomgeving bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, greep het symposium aan om kennis te maken met het veld. Zelf vertelde hij over de ambitie van het ministerie om te helpen om steden prettige plekken voor wonen, werken en recreëren te maken. Duurzaamheid laat zich steeds meer gelden. Dat we steeds meer en beter kunnen meten is welkom voor beleidsontwikkeling. Het rijk trekt daarbij op met lokale overheden en de sectoren.

Visie op samen meten

Erik Tielemans, afdelingshoofd Onderzoek en Innovatie Milieukwaliteit bij het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), gaf een inkijkje in hoe samen meten voor het RIVM steeds meer betekenis krijgt. Waar het symposium vorig jaar ging over verbinden en samenwerken en we een kennisportaal presenteerden, gaat het dit jaar meer over een integrale kijk op de data. In verschillende Citizen Science projecten wordt gemeten aan luchtkwaliteit, hitte-eilanden, waterkwaliteit, straling en geluid. Combineren met andere databronnen, bijvoorbeeld met metingen van gezondheid, gaat nieuwe interessante informatie bieden. Op dit moment houden we ons bezig met zaken als hoe de sensoren te kalibreren en hoe om te gaan met drift in de signalen. Dit experimenteren doen we samen met anderen in pilotprojecten, zoals in het Utrecht Science Park Innovatielab Leefomgeving. We presenteren vandaag een eerste versie van het dataportaal Samen Meten.  Hierin kunnen burgers en overheden hun metingen van de leefomgeving centraal ontsluiten. Als RIVM willen we die gegevens kalibreren en gebruiken in onze monitoring. Komend jaar hopen we de eerste sensordata maar bijvoorbeeld ook satellietdata en real-time verkeersdata te koppelen aan de modellen voor de monitoring en publieksinformatie.

Panelinterview

In het hierop volgende panelinterview vulde Marita Voogt, coördinator innovatie milieumonitoring bij het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), haar collega aan over wat je nu wel en niet kunt met sensoren. Je kunt de metingen niet gebruiken om aan grenswaarden te toetsen, maar je kunt bijvoorbeeld wel bronnen signaleren. Het is experimentele technologie. Dat de kwaliteit lager of soms nog onbekend is, moet geen rem zijn op het experimenteren. Burgers begrijpen dit vaak wel, zeker als ze zelf een tijdje aan het experimenteren zijn. Het gaat bovendien niet alleen om de metingen zelf, maar ook om de sociale context waarin burgers zelf gaan meten. De andere panelleden vielen haar bij.

Hans Verhoeven, programmaleider milieu bij de gemeente Eindhoven, werkt in de context van integrale gebiedsontwikkeling en bevordering van een gezonde leefstijl. Hij spreekt met trots over samenwerking met burgers zoals over het innovatief luchtmeetnet dat door burgercoöperatie AiREAS is ontwikkeld. Deze burgers hebben eerst zelf verbinding gezocht en gevonden met kennisinstellingen. Daarna is de gemeente aangehaakt. De bijdrage van burgers en kennisinstellingen helpt hem om dingen gedaan te krijgen in de raadszaal. In de stad hangen sensoren aan lantarenpalen, maar in nieuwe plannen voor metingen rondom het vliegveld en in het buitengebied is het idee dat burgers zelf gaan meten. 

In de provincie Zuid-Holland meten burgers al in hun eigen tuin de luchtkwaliteit. Jan Harm Brouwer, taakteamtrekker lucht en geluid, licht toe dat de provincie het experiment met zelf metende burgers is aangegaan omdat men merkte dat het vertrouwen in data van de overheid afneemt. Ook de nieuwe Omgevingswet zorgt voor veranderingen. Zijn speerpunt is dat de burger in beweging moet komen en het gesprek moet organiseren. Om dit mogelijk te maken moet er wel data zijn om over te spreken. Zo beschouwd is de pilot meer als een sociaal dan een wetenschappelijk experiment: hoe gaan burgers met dit soort participatieve experimenten om? 


Daar had Annemarie Piscaer, deelneemster aan het project in Zuid-Holland, wel een antwoord op. Haar gaat het om de verbinding tussen burgers, met de wetenschap en met de overheid. Zelf is ze geen doorsnee burger, maar een ontwerpster die zich samen met burgers en ondernemers inzet voor schone lucht in Rotterdam. In bijeenkomsten merkte ze dat er ook mensen meedoen die data willen vergaren als bewijslast. Iedereen heeft andere belangen. Daar leer je van, het verbindt mensen over het onderwerp. 

Op de vraag uit de zaal wat de meetdata al heeft betekend schetsen de panelleden het beeld van bewustwording, begrip, zelf handelen en beleid ondersteunen. In Eindhoven wordt ingezet op een verdichtingsplan dat gepaard gaat met gezonde mobiliteit. In Zuid-Holland streeft men naar WHO advieswaarden geholpen door elektrificatie van het wagenpark en ontgassingsverboden. En in Rotterdam blijft Annemarie zich inzetten voor bewustwording door middel van een servies waarin ze fijn stof vastlegt. 

De opbrengst uit de sessies
sessie verbinden burgerinitiatieven

De opbrengst uit de sessies

Centraal ontsluiten van data

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) wil binnen enkele jaren sensordata gaan integreren in de monitoring van de leefomgeving en toepassingen voor publieksinformatie. Bovendien willen we gegevens gaan bundelen en beschikbaar maken voor toepassingen die we nu nog helemaal niet kunnen voorzien. Daarom is er behoefte aan een plek om sensordata centraal te ontsluiten. Voor dat doel ontwikkelt het RIVM een dataportaal. Aan het eind van het symposium presenteerde Marita Voogt daarvan een eerste versie: samenmeten.rivm.nl

Overheden, burgers en andere partijen kunnen op het dataportaal nu al meetgegevens over de leefomgeving uitwisselen. Om het delen van sensordata te stimuleren biedt het portaal ook hulp bij het duiden van de meetwaarden. Het RIVM onderzoekt methoden voor het ijken van sensoren, ook als ze niet naast een referentiemeting hebben gestaan. Op die manier kan de kwaliteit van sensordata verbeterd worden. Daarnaast kun je de meetgegevens in het portaal op verschillende manieren visualiseren. We zitten nog middenin een fase van uitproberen en aanpassen. Het portaal is nu nog een experimentele omgeving. De kwaliteit van de gegevens is niet altijd bekend. 

Op dit moment worden gegevens van verschillende projecten waarin burgers luchtkwaliteit meten gedeeld. We werken nog aan het weergeven van data van projecten als Smart Emission en AiREAS. Ook andere sensoren voor de kwaliteit van de leefomgeving, zoals geluid, kunnen er een plek op krijgen.

Een van de issues waar we nog geen pasklare oplossing voor hebben heeft te maken van privacy. Al eerder vandaag kwam naar voren dat mensen hun data wel willen delen maar niet de exacte locatie. Een oplossing die wij nu kunnen inbouwen is het steeds iets aanpassen van de locatie op de kaart, zodat de sensor niet naar een adres te herleiden is. Dit doen we bijvoorbeeld met de meetdata van deelnemers uit Nederland aan het project Luftdaten. En zo zijn er vast nog meer vraagstukken over privacy en security. Ook dat is experimenteren.

Wat gaan we met de data doen?

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) wil de sensordata bijvoorbeeld gebruiken in het rekenmodel waarmee zij uurlijkse kaarten van de luchtkwaliteit in Nederland maakt. Joost Wesseling lichtte een tipje van de sluier op van ontwikkelwerk aan een verbeterde uurlijkse kaart: samenmeten.rivm.nl/uurkaart. Dit is een aanvulling op de kaarten die op luchtmeetnet.nl worden getoond. Nieuw is o.a. het meenemen van binnenstedelijke wegen en de mogelijkheid om sensordata te gebruiken in het model. En er zijn plannen om de kaarten op een hogere resolutie te maken zodat meer detail is te zien. Gebruikers kunnen zelf kiezen voor een kleurschaal die ze prettig vinden. 

Een andere kracht van meten met goedkope sensoren is dat er veel metingen beschikbaar komen. En dat het voor mensen makkelijker wordt om zelf te meten. Daarom organiseert het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) tijdens de aanstaande jaarwisseling opnieuw een experiment om fijn stof te meten tijdens het afsteken van vuurwerk. Dit keer kan iedereen die zelf fijn stof meet de data delen via het dataportaal. Maar dagvoorzitter Gert-Jan de Maagd had goed nieuws voor een aantal deelnemers aan het symposium. Zij wonnen in een verloting een sensor die het RIVM ter beschikking stelde. Zij kunnen ermee meten tijdens de jaarwisseling en daarna blijven meten en de gegevens delen via het Samen Meten dataportaal. 

Tijdens de afsluitende borrel werd flink genetwerkt. De sensoren die sommige mensen bij zich hadden lieten zich goed bekijken. Toen het tijd was voor een welverdiende hap eten voor de organiserende mensen, waren er nog steeds mensen met elkaar aan de praat. 

Het RIVM bedankt alle deelnemers en mensen die het symposium mede hebben mogelijk gemaakt!

 

En wat gebeurde er in de ochtend van het symposium?

Onder het motto “nu we er toch zijn” zijn voorafgaand aan het symposium twee sessies georganiseerd. 

Een sessie met meetspecialisten ging over de kwaliteit van luchtsensoren. De presentaties die in de sessie zijn gegeven staan hier

In de andere sessie  kwamen burgers en professionals betrokken bij burgermeetprojecten bijeen om kennis en ervaring uit te wisselen. Van deze sessie wordt nog een apart verslag gemaakt. Een van de acties voortvloeiend uit de discussies is het maken van een handreiking voor financiering van burgermeetprojecten. Ook die zal gedeeld worden op de website. 

groepsfoto ochtendsessie